De politiek dacht dat er op 1 januari 2025 wel nieuwe wetgeving zou zijn die alle aspecten rond schijnzelfstandigheid en de arbeidsmarkt in orde zou maken. Dat is echter niet het geval op dit moment. Toch is de Belastingdienst vooruitlopend op het aflopen van ‘het moratorium’ per 1 januari 2025 al aan het handhaven bij opdrachtgevers in de bouw- en technieksector. Vandaar dat we eens kijken naar de achtergronden van de wetgeving toepasbaar op de situatie van de zelfstandige en hoe hier het beste mee om te gaan.
De Commissie Borstlap concludeerde in haar eindrapport van januari 2020 al, dat de huidige wetgeving niet voldoet, niet toekomstbestendig is in het economisch verkeer en in sociale vooruitgang. We zitten dus nog steeds met de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (de wet DBA), die toepasbaar is op het werken als zelfstandige.
De basis van al deze wetgeving stamt uit de jaren rond 1900, met het opzetten van de Ziektewet en de Invaliditeitswet. In de jaren tot circa 1930 zijn de collectieve arbeidsovereenkomsten tot stand gekomen. Die CAO’s golden niet voor de vrije beroepen. Werkgevers gingen zelf onderhandelen met die vrije beroepsbeoefenaren, en de overheid liet de werkgevers leidend worden bij de uitvoering van veel van het overheidsbeleid op dit onderwerp. De contractvorm werd daarmee leidend voor de wettelijke bescherming. De zelfstandige is hiermee geboren!
In de jaren tussen 1940 en 1980 is de positie van de werknemer versterkt, ook voor de zelfstandige. Maar de contractvorm bleef leidend. Met name vanaf 1980 is de wetgeving op het gebied van sociale zekerheden sterk uitgebreid. Een voorbeeld is de arbeidsongeschiktheid.
Geleidelijk is door genoemde positie van de werkgever en de leidende contractvorm er verschil ontstaan in de positie van de zelfstandige en de werknemer al dan niet in vaste dienst.
Vanaf 2003 heeft dit tot op de dag van vandaag geleid tot een grote groei van het aantal zelfstandigen. Om die groei te beperken introduceerde de overheid twee wetten in 2015; de al genoemde Wet DBA en de Wet ‘ Werk en Zekerheid’. Later is nog de 'Wet Arbeidsmarkt in Balans’ ingevoerd.
Naast de andere kijk op werk van tegenwoordig is het de overheid niet gelukt om de arbeidsmarkt te reguleren. Enerzijds omdat de oude wetgeving met begrippen als ‘gezagsverhouding’ niet is mee geëvolueerd met de moderne tijd. Anderszins omdat er verschillende rechtssystemen, zoals het civiel recht in combinatie met het publiekrechtelijke, op de positie van de werknemer of de zelfstandige van toepassing zijn. Het is met andere woorden ingewikkeld wat de rechten en plichten voor de zelfstandige nu precies zijn.
We hebben te maken met een stapeling van regels op dit moment. De contractvorm is bepalend en die wordt door werkgevers geadministreerd. De werkgever, als opdrachtgever van de zelfstandige, dient bijvoorbeeld het onderscheid te maken met zijn eigen werknemers. Dit noemen we het verschil in de gezagsverhouding.
Zo zijn er meerdere punten waar de rechter bij het toetsen van een overeenkomst tussen een opdrachtgever en de zelfstandige naar gaat kijken. De optelsom van al deze punten kan je samenvatten met ‘wat bedoelen partijen met de relatie te bereiken en hoe gedragen zij zich’? Het is daarmee ook een toetsing achteraf!
Omdat er wetgeving is en de overheid de datum van januari 2025 al jaren bekend is, is handhaving in gang gezet. Uit de jurisprudentie zijn er criteria bekend:
De praktische uitwerking hiervan bespreken we hierna.
Het zou te ver voeren om alle onderwerpen hier te bespreken. Er zijn een aantal eenvoudige punten voor de zelfstandige, zoals registratie bij de Kamer van Koophandel en registratie als ondernemer voor de BTW. Andere praktische zaken liggen in de genoemde ’ gedragingen’.
Dit betreft het hebben van meerdere opdrachten met duidelijke einddatum, het laten vervangen van de zelfstandige door iemand anders, en het regelen van eigen werktijden. Kortom, alles staat in het teken van het onderscheiden van de zelfstandige met de werknemer(s) van de opdrachtgever.
De overeenkomst met de opdrachtgever is ook een contract tussen ‘Ondernemingen’. Hierin staat bijvoorbeeld beschreven, dat de zelfstandige werkt met eigen gereedschap, eigen bedrijfskleding en zo nodig een eigen bedrijfsvoertuig. Hiermee is niet gezegd dat er vanwege dwingende veiligheidsredenen hier niet van kan worden afgeweken. Maar leg dit dan ook duidelijk vast met de opdrachtgever.
Zo zijn er nog veel meer praktische zaken en aandachtspunten voor de zelfstandige en opdrachtgever. Wil je meer weten? Plan een gratis adviesgesprek met de auteur, Jeroen Meijerink, via deze link.
Werk je in de bouw of techniek en huur je vaak zzp’ers in? Dan is het belangrijk dat je toegang tot de juiste tools hebt om dit volgens de verschillende zzp wetgeving zoals WKA, DBA en WKB af te handelen. Je wilt schijnzelfstandigheid beperken, ketenaansprakelijkheid laten verdwijnen en checklisting voor de wet kwaliteitsborging op orde hebben.
Het Freelance Management Systeem van Lance Free is gemaakt om je hierbij te helpen.